Je hebt geleerd, geoefend en bent klaar voor je Basis VCA-examen. Maar zelfs goed voorbereide kandidaten maken vaak dezelfde fouten. Deze valkuilen kunnen je slagen in de weg zitten. In dit artikel bespreken we zeven veelvoorkomende fouten en geven we direct tips hoe je ze voorkomt.

1. Te snel antwoorden zonder goed te lezen

Veel kandidaten willen “snel” door het examen heen en lezen de vragen niet aandachtig. Daardoor mis je nuances of haal je dingen door elkaar. Tip: lees elke vraag rustig, onderstreep kernwoorden en neem een seconde extra bij twijfel. Schrijf eventueel kort op 

2. Verwarring tussen VCA Basis- en VCA VOL-vragen

Als je niet goed weet welk niveau je doet of welke verwachting er is, kun je vragen op het verkeerde niveau beantwoorden of overschatten wat er van je gevraagd wordt. Zorg dus dat je precies weet of je Basis of VOL doet, en welke vragen erbij horen.

3. Symbolen niet goed herkennen

Zoals eerder genoemd: veel vragen gaan over symbolen, pictogrammen of borden. Als je deze niet goed hebt geoefend, kun je in de war raken. Tip: maak een lijst met veelvoorkomende symbolen en toets jezelf tot je ze automatisch weet.

4. Te weinig oefenvragen maken

Het maken van slechts een paar oefenvragen is meestal niet genoeg om snelheid, kennis en zekerheid te ontwikkelen. Probeer minimaal één of twee volledig oefen­examens te doen zeker een week vooraf.

5. Stress tijdens het VCA examen

Spanning is normaal, maar overmatige stress kan je concentratie belemmeren. Oefen daarom ook met tijdslimiet, en leer rustig te blijven. Ademhalingsoefeningen vooraf kunnen helpen.

6. Niet weten hoe het examen verloopt

Als je op de dag zelf moet bedenken hoe de zaal eruit ziet, hoe je moet inloggen of wat je wel of niet mag meenemen, kun je al onnodig tijd verliezen of in paniek raken. Zorg dat je de logistiek van tevoren kent: locatie, toegangsvoorwaarden, regels examenzaal.

7. Geen aandacht voor detail

Sommige vragen zijn op het eerste gezicht eenvoudig, maar bevatten subtiele details: ‘wel’, ‘niet’, ‘altijd’, ‘nooit’. Let op deze woordjes, vaak is ‘altijd’ het verschil tussen goed en fout.

Samenvattend

Door te weten waar het vaak misgaat, kun je zelf die fouten voorkomen en met meer vertrouwen je examen ingaan. Neem de tijd, bereid je goed voor, en behoud rust in de ruimte. Zo vergroot je je slagingskans en werk je straks veiliger op de werkvloer.